lyrics
Zweetdampen van te lang doorgebakken vleeshompen
Je hart kan amper door de stemmenmassa heen pompen
Dwaallichten die elkaar kruisen maar niet tegenkomen
Je dempt de impressies met je koptelefoon
Je sluit even je ogen, voelt je hoofd leeglopen
Je geeft je over en wordt door de stroom meegenomen
Je hoort stemmen zingen in de verte, je drijft ernaartoe
Kinderen spelen in het water,en kijken nu toe
Ze voelen als de jouwe, ze helpen je bouwen
Samen onder één dak na het scheppen van vertrouwen
Liefde zonder conditie hangt vormloos in de ether
Rust, geen lust, geen kader of graadmeter
De warmte constant, consequent en zonder grenzen,
Je hoort jezelf denken: waar ben ik beland?
Dit moet de hemel zijn, een soort eeuwenoud regenwoud
Dat alles wat overleden zou zijn in leven houdt
Je wordt meegesjouwd, door die kleintjes, ze tillen je boven zich uit
Gedragen op handen, en voeten lopen vooruit
Met de besluitvaardigheid van een kinderlijk instinct
Ze houden één vinger in de lucht, voor de lichtrichting
Je blikt volgt, omhoog, nu lijk je te zweven
En ziet hoe klein de wereld is, wanneer je kijkt naar beneden
Een gestalte staart in de diepte, iemand aan de overkant
Een wederzijdse herkenning, vaag, op een afstand
Als een dans, gelijkmatig, elke stap dichterbij
En tegelijkertijd beseffen jullie, dat ben jij niet dat ben ik
credits
from
ÉÉN,
released October 10, 2010
Songwriter: F. van der Steen & G. van der Steen
Composer: T. M. Giles, W. Burkens, J. Hol,
M. Hugas, M. Varekamp & J. Kerkhoff
license
all rights reserved